Leden stuurgroep Van akker naar bakker

Dennis worst

Landschapsbeheer Friesland

Dennis Worst: schrijver en initiatiefnemer van het projectplan

Vragen aan Dennis Worst,
schrijver en initiatiefnemer van het projectplan en aanvrager van subsidies IMF (Landschapsbeheer Friesland / Biodivers Cultuurland Friesland))

Even voorstellen
Dennis Worst, werkzaam als senior projectleider landschap & cultuurhistorie bij Landschapsbeheer Friesland (LFB) en woont in Elsloo. ‘Ik ben zowel vanuit Landschapsbeheer Friesland en als stuurgroep lid van Biodivers Cultuurland Ooststellingwerf betrokken bij dit project. Als landschapshistoricus ben ik zeer betrokken bij het Friese en Stellingwerfse landschap. Zeker vanuit een cultuurhistorisch perspectief. Aangezien ik in Elsloo woon en de teler van het gewas goed ken, is er een nauwe connectie.

Lees meer over Dennis

Welk aandeel/welke rol heb jij in dit project?

Vanuit Landschapsbeheer Friesland/Biodivers Cultuurland Ooststellingwerf heb ik het projectplan geschreven. Daarnaast ben ik betrokken als stuurgroep lid. Vanuit LBF coördineer ik samen met een collega de monitoringswerkzaamheden op de akker en zullen wij een rol hebben in de aanleg, aansturing en kwaliteitsbewaking van de aanleg van landschapselementen.

Waar word je het meest enthousiast van en waarom?

Dat er in dit korte-ketenproject een verdienmodel is voor zowel de boer, molenaar en bakker en tegelijkertijd ook voor onze medebewoners. De productie van de akker is niet alleen gericht op kwantiteit maar op een zeer brede kwaliteit.

Wat is de toegevoegde waarde van biodiversiteit voor dit project en hoe uit zich dat?

Door een ander grondgebruik en de aanleg van landschapselementen creëren we kleinschalige biotopen voor veeldieren. Een houtwal, een poel, een keverbank, kruidenrijke stroken, meidoornhagen: al deze elementen zorgen voor schuil- en nestelgelegenheden en voedselaanbod gedurende het gehele jaar. Er zullen nieuwe soorten insecten en zoogdieren op af komen. Door te monitoren willen we dit ook inzichtelijk maken.

Wat is een keverbank?

Keverbanken zijn stroken land die 40-50 cm hoger worden gemaakt dan de omliggende akker. Zo’n strook wordt ingezaaid met een gras-en-kruidenmengel. Dat voorziet insecten, zoals loopkevers, van een prima leefgebied. En het biedt patrijzen van voedsel én een veilige broedplek in het akkerland: een plek die niet met machines wordt bewerkt en jaarrond dekking biedt. Dat hebben ze nodig, want de patrijs is zo’n soort die nog ternauwernood overleeft. (bron: www.vogelbescherming.nl)

Wat zorgt volgens jou voor het succes van dit project?

Het enthousiasme waarin de partners elkaar vinden, het lokale aspect en het educatieve karakter richting bewoners/burgers over de lokale broodproductie dat gepaard gaat met biodiversiteitsverbetering zorgt volgens mij voor het succes van dit project.

Wat maakt het zo bijzonder?

Bijzonder is dat we gaan monitoren om te kijken of onze werkwijze ook inderdaad een positief effect heeft op de soortenrijkdom op en rondom de akker.

Wat is voor jou de grootste uitdaging in dit project en hoe ga je die aan?

Dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Een grote uitdaging zal te maken hebben met het behouden van een goede bodemkwaliteit en productie in slechte jaren. Wanneer dat gebeurt moeten we daarop voorbereid zijn.

Wat maakt jou trots op dit project en de samenwerking?

Dat we in korte tijd met elkaar al veel hebben bereikt. Ik kijk ernaar uit om deze trend met elkaar door te zetten richting de toekomst! Meer weten over biodiversiteit? Biodiversiteit | Fryslan

inrichting landschap van akker naar bakker
inrichting landschap van akker naar bakker

Eelke Rijpkema

Molenaar op korenmolen De Weyert

Eelke Rijpkema is vrijwillig molenaar op korenmolen De Weyert in Makkinga en hij is vanuit de molen nauw betrokken als secretaris bij het project Van akker naar bakker. ‘Vooral omdat het om een streekproduct gaat en om natuur en dat past beide perfect bij mij. Beroepsmatig ben ik ook veel in de natuur bezig. Ik was vroeger ook al bezig met de vraag hoe we beter met de aarde om kunnen gaan. Ik kreeg toen het advies van mijn decaan om naar de Bosbouwschool te gaan. En zo gezegd, zo gedaan. Ik werk nu bij MUG Leek en ben dagelijks bezig met water- en natuurbeheer. Daar ligt mijn hart. Ik werk graag samen in teamverband. Met zijn allen de schouders eronder om er iets moois van te maken waarbij ieder zijn kracht inzet en er zijn draai in vindt.’

Lees meer over Eelke

Hoe begon het allemaal?

Het begon via een mail met een vraag van Karl Brouwer en Dennis Worst uit Elsloo aan de molen. ‘Zij hadden een plan bedacht rondom een nieuw streekproduct met als basis de verbouw van graan volgens een  bijzondere concept. Ze wilden daar ook graag de molen in Makkinga bij betrekken. Ze verbouwden graan voor de vogels als wintervoer en wilden dit wel uitbreiden met een groter areaal zodat het voor consumptie gebruikt kon worden. Ik werd direct enthousiast en zag de molen daarbij een mooie centrale rol spelen. Enerzijds omdat we natuurlijk graag willen malen. Een draaiende molen betekent immers behoud van de molen. Maar ook omdat door de rol van onze molen een echt streekproduct ontstond. Haha, ze hadden de juiste persoon van de molen te pakken. Ik zag het wel zitten. Van akker naar bakker, alles binnen een staal van 10 km: duurzaam, biodivers en met een biologisch tintje omdat er geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.’

Het graan in onze achtertuin

Eelke: ‘Daarnaast zijn we ons ervan bewust geworden dat voedsel zomaar schaars kan worden doordat we afhankelijk zijn van de toevoer uit andere landen. De oorlog in Oekraïne zorgde immers voor een wereldwijde graancrisis. Heel veel landen konden geen Oekraïens graan meer krijgen en andere landen hadden niet genoeg voorraad meer om dat te compenseren. Ook wij zoeken het graag dichter bij huis. Voorheen maalden we graan uit Zuid-Europa op De Weyert. Tegenwoordig malen we Nederlands graan. Vullen we dat binnenkort aan met Ooststellingwerfs graan? Hoe mooi klinkt dat! Ik hoop dus echt dat het een succes wordt.’

Een toevalstraffer

‘Het project paste helemaal in de tijd. Het is bijna toeval’, vindt Eelke. ‘Cor Hofman was net aangenomen als bakker bij Nijstad De Echter Bakker in Oosterwolde. Hij is een enthousiaste bakker die zich vol overgave op het project stortte. Hij heeft ervaring met vergelijkbaar molenmeel en weet precies hoe hij daarmee om moet gaan. Cor was voor ons dus de sleutel om mee te doen voor het 3e deel van het project: de bakker.‘

We doen het samen en ernaast

Alles valt volgens Eelke samen in een perfect projectteam met kundige en ervaren mensen, allemaal in een eigen rol die daarbij past. ‘Dennis zit bijvoorbeeld helemaal aan de voorkant van het project, hij heeft het plan geschreven en regelt de subsidie- en fondswerving. We doen het er allemaal bij, terwijl iedereen het druk heeft. Dat is wel eens jammer. Ik zou willen dat ik er meer tijd voor had. Als ik het minder druk had, had ik er graag nog meer tijd aan besteed. Samen lukt het wel, doordat ieder zijn taken oppakt. En alle kennis en kunde hebben we in huis. Je hebt contact met de teler en de bakker, dus je leert heel veel van het productieproces van het zaaien tot en met het brood. ‘

Bloemen, insecten en de beestjes

De biodiversiteit op de akker vindt Eelke heel verrassend. ‘Door dit project zijn we niet alleen met het graan, het malen en het bakken bezig. We zijn ook heel veel bezig met de natuur en zien wat er allemaal op de akker gebeurt. Dat maakt dit project zo anders als alle andere van-akker-naar-bakker-projecten.  Denk aan de bloemen, insecten, dieren. Ik heb geleerd dat wanneer je op deze manier met een akker omgaat, je de natuur ook een flinke boost geeft. Dat had ik niet verwacht. Ik ben trots om daaraan bij te mogen dragen en ben me heel erg bewust van de positieve effecten.’

Steeds meer vraag naar streekproducten

‘Ik vind het een mooie kans voor de molen om een eigen streekproduct te hebben. Je ziet dat mensen zich steeds bewuster worden van het gezonde eten, dichtbij geproduceerd. Daar krijgen we ook steeds meer vraag naar. Ook wel spannend, natuurlijk. De bakker moet er wel mee kunnen bakken. We hebben er het volste vertrouwen in1). We hebben thuisbakkers tussen de vrijwilliger van de molen. Die hebben het al uitgeprobeerd en zeggen dat ze er prima mee uit de  voeten kunnen. Ik zou willen dat we het malen op de molen ook beroepsmatig kunnen uitvoeren en daardoor meer bakkers en thuisbakkers kunnen bedienen met meel uit ‘onze achtertuin’. We kunnen dan ook vaker dan alleen op zaterdag open zijn voor gasten en meelklanten.’

Noot

1) Inmiddels is het project de laatste fase ingegaan. De broden zijn gebakken. Op 29 oktober is het eerste Weyerts Eygenbrood overhandigd aan wethouder Gerben But van gemeente Ooststellingwerf. De heerlijke desembroden zijn nu te koop bij Nijstad De Echte Bakker in Oosterwolde en Appelscha. De projectcirkel is rond. Het eerste deel van het project is succesvol afgerond. Het tweede deel start voorjaar 2023 en eindigt oktober 2023.

Marion Nijstad

Voormalig ondernemer bakkerij

Welk aandeel/welke rol heb jij in dit project?

Marion Nijstad: ‘Ik ben betrokken als lid van de stuurgroep vanuit mijn achtergrond in de bakkerswereld. Nijstad de Echte Bakker was de bakkerij die bij de start van het project betrokken was, deze bakkerij runde ik samen met mijn ouders. Helaas hebben wij door omstandigheden besloten de bakkerij te verkopen per januari 2024. Vanuit mijn passie voor het bakkersvak ben ik nog betrokken bij dit mooie project, ik denk mee in mogelijkheden qua producten en uitvoering en neem een deel van de communicatie voor mijn rekening.’

Waar word je het meest enthousiast van en waarom?

‘Toen mij gevraagd werd om deel te nemen aan dit project was ik gelijk enthousiast. De broden die gemaakt worden van de lokale tarwe op een echt authentieke en ambachtelijke manier, het is het bakkersvak in de puurste vorm! Vooral door te werken met desem in plaats van gist krijg je een heerlijk eindproduct, de broden hebben een langer rijpingsproces en er is daardoor nog meer smaakontwikkeling.’

Lees meer over Marion

Wat is de toegevoegde waarde van dit project voor jou als bakker en hoe uit zich dat?

‘De consument wordt zich steeds bewuster van wat ze eten, waar het vandaan komt en welke toevoegingen in ons eten zitten. Dit is een trend die zich alleen maar verder zal voortzetten. Dit project sluit daar perfect op aan. Het hele proces van zaaien tot bakken wordt tastbaar voor de consument. De consument kan op het akkerland de tarwe zien groeien, bij de molen kunnen ze zien hoe het graan vermalen wordt en bij de bakker kunnen ze een heerlijk eindproduct kopen; dat alles is op fietsafstand van elkaar. Het is een korte-keten-project waarbij er voor alle deelnemende partijen een goed verdienmodel en waarbij er een stukje natuurherstel is. Dat maakt het natuurlijk extra bijzonder.’

Wat maakt het project zo bijzonder?

‘Een lokale samenwerking tussen boer, bakker en molenaar komt wel vaker voor. Maar wat ons project bijzonder maakt, is het stukje biodiversiteit en natuurherstel op het akkerland. Het is een onderwerp wat vandaag de dag steeds belangrijker wordt en daar spelen wij met dit project goed op in. Op het akkerland zijn natuurelementen aangebracht waarmee een biotoop is gecreëerd. Zo verbeterd de biodiversiteit op de akker.’

Wat zorgt volgens jou voor het succes van dit project?

‘Het is het enthousiasme van alle deelnemende partijen en vrijwilligers dat dit project succesvol maakt. Onderling tussen boer, molenaar en bakker is er goed contact. Er wordt veel kennis opgedaan en gedeeld. Dit enthousiasme dragen wij ook uit naar de klanten en geïnteresseerden.’

Wat is voor jou de grootste uitdaging in dit project en hoe ga je die aan?

‘Er is geen contante lijn in kwaliteit van bloem en meel. Dat komt doordat de tarwe op biologische wijze wordt geteeld en in de molen nog op ambachtelijke wijze wordt gemalen met wind en molenstenen. Het is een uitdaging om te zorgen dat er wel altijd een product van hoogwaardige kwaliteit gebakken kan worden.’

inrichting landschap van akker naar bakker
inrichting landschap van akker naar bakker

Agnes Dokter

Biodivers Cultuurland Ooststellingwerf

Lid van de stuurgroep Van akker naar bakker met in portefeuille communicatie en meedenken over de biodiversiteit op de akker. Haar kennis van en kunde over biodiversiteit komt daarbij goed van pas.

Ik werk als projectmedewerker gebiedsontwikkeling bij Cultuurland Advies in Wapenveld en ben veel met natuur en groen bezig. Vanuit mijn werk zit ik in de stuurgroep Biodivers Cultuurland Ooststellingwerf (BCO). Daar zit de link naar het project Van akker naar bakker. Biodivers is een platform voor alle initiatieven binnen Ooststellingwerf die zich richten op biodiversiteit. We organiseren ieder jaar een programma met lezingen en excursies. We hebben met de landelijke natuurwerkdag meegedaan, samen met Natuurmonumenten. We stimuleren kennisoverdracht en bewustwording in het onderwijs door projecten op te zetten samen met scholen. Bijvoorbeeld jaarlijks een aantal basisscholen in Ooststellingwerf die samen met een boswachter van Staatsbosbeheer nestkastjes maken. We proberen allerlei samenwerkingsverbanden op te zetten, initiatieven te ondersteunen en proberen zo bewustwording van het belang van biodiversiteit bij mensen te creëren. Op de website van BCO lees je er mee over.

Lees meer over het aandeel van Agnes

Welk aandeel/welke rol heb jij in dit project?

Bij het project Van akker naar bakker ben ik betrokken als lid van de stuurgroep met in de portefeuille: communicatie en meedenken over de biodiversiteit op de akker. Daar komt mijn kennis en kunde rondom biodiversiteit goed van pas, want dat is een belangrijk onderdeel van het plan. En ook nadenken over hoe we de opgedane kennis en ervaring in dit project straks kunnen delen met anderen.

Wat is de toegevoegde waarde van biodiversiteit voor dit project en hoe uit zich dat?

Er zijn in Nederland meer projecten zoals dat van Van akker naar bakker, maar er is vrijwel geen enkele waarbij biodiversiteit zo centraal staat. Bij ons project gaat het niet alleen om een bijzonder streekproduct, duurzaam en ambachtelijk gemaakt. Het onderscheidt zich juist door dat extra onderdeel: biodiversiteitsherstel op de akker. Het oude landschap terug brengen met meer ruimte voor vogels, vlinders, insecten, kevers en zoogdieren. Er wordt gemonitord om te ontdekken welke en hoeveel een bezoek brengen aan onze akker. In het eerste projectseizoen hebben we bijvoorbeeld al bijzonder bezoekers gespot: de kleine parelmoervlinder en de roodstreepspanner. Beide komen zeker in deze omgeving niet veel meer voor. En ook de  Koninginnepage kwam al langs om eitjes te leggen. Het zou mooi zijn als we de patrijs weer terug kunnen verwelkomen in het landschap op en rondom de akker.

Waar word je het meest enthousiast van en waarom?

Ik word er blij van dat we bijdragen aan de biodiversiteit en dat dat heel zichtbaar is op de akker. Maar dat geldt ook voor de energie die in groep zit. Mooi om te zien wat onze samenwerking oplevert en dat je ziet hoeveel kennis en kunde er allemaal is binnen ons kleine groepje. Dan ben ik er trots op om daar deel vanuit te kunnen maken. Juist het enthousiasme en de betrokkenheid van de groep maken van het project een succes.

Wat is voor jou de grootste uitdaging in dit project en hoe ga je die aan?

De grootste uitdaging heeft te maken met het vervolg van het project. Gaan we opschalen als het project afgelopen is? Willen we groeien als project door het als olievlek te laten werken, als een voorbeeld? Willen er meer boeren tarwe verbouwen op deze manier? Of zoeken we het vervolg ook in ander producten? We hebben zo’n mooi concept. Hoe kunnen we onze kennis en kunde straks delen, zodat er meer projecten gebruik van kunnen maken? Het is een mooie uitdaging om daar de komende tijd antwoord op te vinden, zodat ook anderen gebruik kunnen maken van onze ervaring en kennis.

 

Karl Brouwer

Teler in Elsloo

Karl Brouwer is teler in Elsloo. Hij is niet alleen teler, maar ook een echte natuurliefhebber. Waarom doet hij mee aan het project? Karl: ‘Ik geniet van de natuur, vooral in combinatie met de akkerbouw en het grasland. Dat beheer je op zo’n natuurlijk mogelijke manier. Geen kunstmest maar wel vaste mest. Geen gif-toestanden zoals pesticiden. Dat is beter voor vogels en insecten, voor het bodemleven en uiteindelijk voor onszelf, vind ik. Het levert wel iets minder op, maar ik heb liever minder opbrengst en meer biodiversiteit op de akker. Daar kan ik enorm van genieten als ’s avonds over het land loop. Ik ben zo trots op dit project en we doen het met een hele leuke groep samen.’

Lees meer over Karl

Biodiversiteit op de akker door anders werken en verbouwen

Karl werkt en verbouwt op een bijzondere manier: ‘Via het voedsel zien we de meerwaarde van mijn bedrijfsvoering. Het is een puur product, omdat je de groei niet manipuleert. Het is zoals het is. Laat de natuur het werk doen. Dat zie je ook terug in het graan van ons project Van akker naar bakker. Er is helemaal niets aan toegevoegd op de akker. Ook daar is de natuur zijn gang gegaan. Dat maakt dat je een bijzonder en eerlijk eindproduct krijgt. Onze opbrengst is goed in deze pilotfase. En we zijn ook verrast door de vele vogels en insecten die de akker weten te vinden. Zoals de kwartel die toch al jaren niet gezien is in de omgeving van de akker. Het is een akkervogel, dol op graan. Een slanke vogel die goed zijn weg vindt tussen het dun gezaaide koren en ‘snoept’ van het graan en het onkruid tussen de korenstengels. Ik was ook heel blij het nestje van de Leeuwerik te zien. Want die is bijna verdwenen in Nederland. Trots dat ze de akker vonden evenals de zeldzame vlinders en nachtvlinders. En dat allemaal door de manier van werken en verbouw op de akker.’

Het graan is inmiddels geoogst, geschoond en bij de molen afgegeven. Het stro van de akker gebruikt Karl in zijn potstal. Door het steeds weer opstapelen van stro en de vermenging van de mest hebben de koeien een steeds hoger wordende zachte stalbodem. Zij lopen en liggen erop en daardoor ontstaat er vaste mest. De potstal is een bewuste keus van Karl. ‘Het is goed voor de koeien en beter voor de natuur. Het bevordert bijvoorbeeld het welzijn van de koeien, verbetert het bodemleven op de akker en geeft minder ammoniakuitstoot. Volgend voorjaar breng ik deze mest op de akker. Dan gaat de cultivator erdoor en zaai ik weer de tarwe voor het project Van akker naar bakker’.

Geschoond naar de molen

De tarwe heeft na de oogst een week of vijf liggen narijpen en drogen in eigen opslag bij Karl. Na het drogen is het geschoond. Karl: ‘Graan dat van de akker komt, is vuil. Daarom gaat de tarwe in een schudzeefmachine. Dat zegt genoeg. Het vuil wordt eruit gehaald. Bijvoorbeeld stukjes stroo, korrels grond, onkruidzaden en steentjes. Zo krijgt de molenaar mooi schoon graan. Belangrijk, dan weet je zeker dat je ook schoon meel hebt waar de bakker mee uit de voeten kan. De akker is nu stoppelland. Dat is mooi voor de vogels. Daar vinden ze tijdens de winter genoeg voedsel. In februari breng ik weer de vaste mest uit de potstal naar de akker en in maart hoop ik weer te kunnen zaaien. En dan begint het hele proces weer opnieuw.’

Versterking door naastgelegen velden voor zaadteelt

Kwekerij Cruydt-Hoeck uit Nijeberkoop heeft ook teeltvelden en dan met name voor wilde planten, gericht op zaadteelt. Die velden liggen naast de tarweakker. ‘Dat is zo’n extraatje’, volgens Karl. ‘Ze versterken elkaar. Ik ben verbaasd te zien hoeveel insecten daardoor te vinden zijn op de graanakker en dat trekt weer veel vogels aan. We gaan nog een keverbank aanleggen. Dit jaar hebben we al onderzoek gedaan naar de populatie van de kevers. Verbazingwekkend hoeveel soorten en hoeveelheden we geteld hebben.’

Natuurelementen op de akker

‘In februari / maart 2023 leggen we natuurelementen aan op de akker. Er komt een poel voor amfibie soorten en heggen als broed- en schuilgelegenheid voor de vogels. Er komt ook een houtwal voor de vogels en insecten en een akkerrand met wilde bloemen voor de vogels, vlinders en insecten. We hopen daarmee ook patrijzen te kunnen verleiden. Want die komen niet meer voor in dit gebied. Wat zou het mooi zijn als die bijzondere dieren weer terugkomen. Ik doe het niet alleen. Bij de aanleg van deze natuurelementen helpt Landschapsbeheer Friesland en Biodivers Cultuurland Ooststellingwerf.’

inrichting landschap van akker naar bakker
inrichting landschap van akker naar bakker

Wisse Veenstra

Teler in Makkinga

Wisse Veenstra is in het dagelijks leven projectleider en cultuur- en geotechnisch adviseur. Als boerenzoon met een akkerland tot zijn beschikking en een interesse in biodiversiteit was zijn interesse al gauw gewekt voor dit project. “Ik van mening dat we naast de intensievere landbouw, deels anders moeten gaan boeren. Natuurinclusief en biodivers zijn hierbij de sleutelwoorden.”

Lees meer over Wisse

Even voorstellen; wie ben je, waar woon je, waar werk je, hoe ken je het project.

Mijn naam is Wisse Veenstra en Ik ben recent aangehaakt bij het “Van Akker tot Bakker” project. In het dagelijks leven ben ik projectleider en cultuurtechnisch/ geotechnisch adviseur. Met mijn bodemkundige kennis hoop ik mijn steentje te kunnen bijdragen aan het project. Als boerenzoon ben ik van mening dat we naast de intensievere landbouw, deels anders moeten gaan boeren. Natuurinclusief en biodivers zijn hierbij de sleutelwoorden.

 Welk aandeel/welke rol heb jij in dit project?

Als teler zal ik dit jaar eerst een proef draaien met verschillende soorten rassen zomertarwe. We letten daarbij op de conditie van de bodem, bakkwaliteit en opbrengst.

Waar word je het meest enthousiast van en waarom?

De bodem is de basis zegt men vaak. Maar uiteindelijk is een gezonde bodem met veel bodemleven het mooiste resultaat. Een gezonde bodem zorgt voor een weerbaar en vitaal gewas.

Wat is de toegevoegde waarde van biodiversiteit voor dit project en hoe uit zich dat?

Een akkerrand heeft veel te bieden voor de natuur. We zien nu al dat zo’n wildbloemenmengsel veel verschillende insecten en vogels aantrekt.

Wat zorgt volgens jou voor het succes van dit project?

Het project is naar mijn idee succesvol als elke schakel in de “Van Akker tot Bakker” keten tevreden is.

Wat is voor jou de grootste uitdaging in dit project en hoe ga je die aan?

Het telen van een natuurinclusief gezond gewas met een goede opbrengst.

Wat maakt jou trots op dit project en de samenwerking?

Om dit met mede-liefhebbers en idealisten te kunnen én te mogen doen. Uiteindelijk wordt iedereen blij van een (bio)divers landschap.