Blijf op de hoogte van het nieuws

Gerrit Tuinstra speurt naar nachtvlinders op akker

Op 31 mei j.l. werd er voor de derde keer door Gerrit Tuinstra naar nachtvlinders gekeken op de tarweakker in Elsloo. Hieronder zijn verslag van deze nacht.

“Het was een uitstekende nacht qua weersomstandigheden en daarmee ook voor de nachtvlinders. Met uitzondering van een paar drupjes en wat wind, kregen we van de buien die ten zuidoosten langstrokken niet veel mee, behalve de donder en bliksem in de verte! Mede door dit – voor nachtvlinderonderzoek – ideale weer werden er ongeveer 150 verschillende soorten nachtvlinders gezien, op de twee plekken waar een lamp brandde, voor een rechtop gespannen wit laken, van pak ‘m beet zonsondergang tot ongeveer half vier in de nacht. Opvallende soorten waren de bleke grasworteluil en de scherphoekbandspanner. Daarnaast werden er meerdere exemplaren van de gestreepte bremspanner gezien en de gevlekte pijluil. Het is aannemelijk dat deze beide soorten van de aangrenzende Schaopedobbe kwamen, gezien het biotoop waarin zij leven.

In grote aantallen kwamen ook meikevers op het licht af: honderden exemplaren! Tussen al die meikevers vlogen nu en dan ook exemplaren van de imposante neushoornkever. Op beide plekken werd deze kanjer gezien, zowel de mannetjes als de vrouwtjes.

Het is natuurlijk interessant om te kijken of er in de nachtvlinders al veranderingen op zijn getreden naar aanleiding van de natuurmaatregelen die in de akker (en de omgeving) zijn getroffen. Ongetwijfeld zal dit zo zijn, maar het is nu eigenlijk (nog) niet vast te stellen omdat er nog maar een paar keer naar nachtvlinders gekeken is. De data waarop dit gebeurd is lagen verspreid in het nachtvlinderseizoen en daarmee zijn er steeds (gedeeltelijk) andere soorten waargenomen omdat iedere soort zijn eigen periode heeft waarin die als imago (volwassen vlinder) actief is. Een goed overzicht is daarmee nog niet te maken.

Toch zou het kunnen dat de beide opvallende soorten het resultaat zijn van de inrichting en het beheer dat er op en rond de akker uitgevoerd wordt. De rups van de bleke grasworteluil leeft (in de grond) van de wortels van allerlei grassen en die van de scherphoekbandspanner op soorten muur, bijvoorbeeld vogelmuur. Wellicht hebben ze in de akker een geschikte biotoop gevonden”.